Bij de Westerse astrologie kent men een andere benadering van de dierenriem dan in de Vedische astrologie. Het begin van de Westerse dierenriem is het punt waar de zon staat aan het begin van de lente. Het zogenaamde ‘lentepunt’.

De zon staat voor energie en symboliseert het bewustzijn en het centrum van de psyche. De Westerse astrologie laat zien hoe de planeten de werking van de zon ondersteunen en geeft veel meer informatie over de psyche van de mens.

De verschillende manieren van benadering van de dierenriem kan voor veel mensen behoorlijk verwarrend werken. Maar het valt mee met de effecten van deze verschillende zienswijzen. In de Westerse astrologie wordt meer waarde gehecht aan de posities van de planeten van de dierenriem in de tekens. In de Vedische astrologie wordt veel meer waarde gehecht aan levensgebieden, planeten die bij deze levensgebieden horen en de kracht van de planeten. De tekens van de dierenriem gelden hier vooral als achtergrondgegevens, aan de hand waarvan levensgebieden en planeetkrachten bepaald worden.

Beide dierenriemen vullen elkaar overigens prima aan De Westerse astrologie geeft heel veel inzichten in de psychologie van de mens. De Vedische astrologie geeft heel veel inzicht over de interactie tussen kosmos en individu. Beide zijn belangrijk en daarom kunnen beide systemen heel goed gecombineerd worden. Het voegt een dimensie toe.